in wezen (o) (algemeen) | i själva verket (o) (algemeen) |
in wezen (o) (hoofdzakelijk) | i grund och botten (o) (hoofdzakelijk) |
in wezen (o) (hoofdzakelijk) | i grunden (o) (hoofdzakelijk) |
in wezen (o) (algemeen) | väsentligen (o) (algemeen) |
in wezen (o) (algemeen) | i grunden (o) (algemeen) |
in wezen (o) (algemeen) | i grund och botten (o) (algemeen) |
in wezen (o) (hoofdzakelijk) | i själva verket (o) (hoofdzakelijk) |
in wezen (o) (hoofdzakelijk) | väsentligen (o) (hoofdzakelijk) |